Column uit kerkblad Emmauskerk Middelharnis

Oe moe me noe? Pastorale, liturgische, kerkhistorische notities.

‘Oe moe me noe’ is Zeeuws en betekent ‘wat motten we noe’. Maar dat is weer Flakkees. In het Nederlands luidt het: wat moeten we nu?  Dit keer iets over Servië en de Roma waar de jongeren van onze gemeenten al drie keer zijn geweest.

Servië behoorde tot in de jaren ’80 van de vorige eeuw tot Joegoslavië, onder leiding van de communistische leider Tito. Na zijn dood en na de val van de muur in 1989 brak er oorlog uit en viel het land uiteen. Buren werden vijanden. Milosevic, de nationalistische leider van het nieuwe Servië heeft het land uiteindelijk leeggeroofd en dat is de reden dat Servië nog steeds moeizaam uit een diep dal omhoog kruipt. Het huidige Servië staat bekend als een ‘christelijk’ land, dat wil zeggen dat 95% van de bevolking lid is van de Servisch orthodoxe kerk. Het noorden van wat nu Servië is, behoorde voorheen tot Hongarije. De Hongaarssprekende kerk die daar volop aanwezig was, bevindt zich daar nu in de marge. Ook in de minderheid zijn de evangelische kerken. Maar die krijgen wel steeds meer betekenis.

De zigeunervoorganger Aleksandar Subotin, een Serviër met Romabloed, is iemand die bekendstaat om zijn maatschappelijke betrokkenheid. Afkomstig uit een arme familie, maar nu een bevlogen voorganger van en voor de Roma en andere buitengesloten groepen. Hij weet dat Roma – die meestal zonder hoop zijn – openstaan voor het evangelie. Maar, zegt hij: “eenmaal tot geloof gekomen hebben ze de vlam in hun hart. Hun probleem is alleen dat ze niet weten niet hoe ze hout op het vuur moeten gooien.” Daar zet hij zich voor in. Hij geeft de Roma niet alleen geestelijke bagage, maar ook materiële hulp in de vorm van voedsel, kleding en onderdak. Ook probeert hij de Roma met verantwoordelijkheid te leren leven en een beetje zelfvoorzienend te zijn.

Hij is als voorganger heel anders dan ikzelf. Want hij preekt en ‘pastort’ niet alleen, maar hij is ook een beetje verzorgende, maatschappelijk werker, opbouwwerker, mentor, financieel adviseur en advocaat. En niet te vergeten: chauffeur. Hij is soms een hele zondagmiddag bezig om kerkgangers op te halen voor de kerkdienst en ze weer terug te brengen. Ook rijdt hij dorp, stad en land af om mensen te bezoeken. Hij gaat naar Romakampen, naar vluchtelingenkampen, naar gevangenissen, ziekenhuizen en ouderenlocaties. In 2015 speelde hij een cruciale rol bij de grens van Servië en Bosnië tijdens een watersnood. Recent speelde hij een belangrijke rol in de vluchtelingenopvang. Eerst was zijn huisje een kerk, maar gaandeweg kon er een kerkzaal worden gebouwd aan zijn huis.

Eerst werd er tegen zijn gemeente aan gekeken als een niet-erkende sekte, maar nu heeft hij zoveel krediet gekregen dat mensen er niet omheen kunnen dat zijn gemeente maatschappelijke betekenis heeft. Zelf doet hij daar nog een schepje bovenop door vóór zijn kerk een groot portret van Maarten Luther te plaatsen met 500 jaar Reformatie. Met andere worden: wij staan in een belangrijke traditie met veel impact op de samenleving.

Wie bij de Roma een kerkdienst meemaakt, treft een vrolijke gemeente aan waar her en der in de kerkruimte tomaten, aardappels en ander voedsel klaarligt om de armen te helpen. De visie voor zijn werk is sinds 2008 Mattheüs 25 vers 35-40 waar de Mensenzoon (Jezus) zegt: ‘want Ik had honger en u hebt mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt mij gastvrij onthaald…’.

Zijn werk wordt ondersteund door Stichting HOE (Hulp Oost-Europa) die het ook mogelijk maakt, dat jongerengroepen uit Nederland naar Servië kunnen om hulp te geven in welke vorm dan ook. Ik ben onder de indruk van zijn werk en snap dat jongeren zich daardoor aangetrokken voelen. Hier tref je een vorm van geloven aan waar de drempels laag zijn en de Daad bij het Woord gevoegd wordt.

Ds. Leendert Jan Lingen (Middelharnis)