Een sprookje, een soort van mythe of bijzonder fictief verhaal
Inmiddels een bekend fenomeen. We zitten aan het ontbijt en weten nog niet wat ons programma is voor die dag. Veel van onze Nederlandse gebruiken moeten we hier loslaten. De afgelopen week is mij heel vaak de vraag gesteld: “Wat gaan we doen?” “Hoe laat gaan we weg?” “Wat is het programma?” “Hoe laat zijn we weer terug?” “Is het ver rijden?” M’n vaste antwoord is inmiddels “Ik heb geen flauw idee.” “Maar heb je het Alexander al gevraagd dan?” “Nee, maar ik vermoed dat hij zelf ook nog geen idee heeft wat precies het plan is”. Servië vraagt veel flexibiliteit. Het gewoon op je af laten komen. Het laten gebeuren. En… zoals Alexander leeft: “It is up to Him.” Het is knap hoe de groep daar deze week mee om is gegaan. Soms is het wachten. Lang wachten of nog langer wachten. Soms krijg je een antwoord “Maximum three hours driving…” Oké dat is duidelijk, en dan volgt… “… maybe more”.
We zetten ons vanochtend in voor het Rode Kruis.
Veel kinderen, gezinnen en oudjes krijgen ondersteuning. Met name mensen waar iets mee aan de hand is. En dan bedoel ik niet zoals in Nederland een betalingsachterstand, obesitas of een gebroken sleutelbeen. Nee, gezinnen met alleenstaande ouders waar geen inkomen is, een kind met een handicap die geen zorg krijgt of oudjes zonder kinderen die gered zijn met tien kilo uien, omdat er geen AOW of bijstand is.
De sfeer is echt goed. De aanwezige locals genieten van de aandacht die zij van ons krijgen. Aandacht, dat is het toverwoord. Niemand die anders naar hen omziet. De popcorn en suikerspinpan worden weer aangeslingerd, ‘Lees je bijbel, bid elke dag’ klinkt uit de speaker en er wordt weer druk geknuffeld en ditmaal ook een goed potje gevoetbald. We zijn inmiddels een geoliede machine. Ook Johan, Tineke, Ria en Gerrit komen buurten. Ik ben blij om te zien dat Mirko in een hoek op het pleintje door Johan wordt toegerust. Ondertussen dartelt een klein krom lopend, verrimpeld, oud vrouwtje rondom onze tafel. Op slinkse wijze bemachtigt ze dan weer een toffeetje, ritselt ze wat mais of staat ze bij de uien te bedelen op een wijze waar professionele zakkenrollers op de Kalverstraat in Amsterdam hun vingers bij zouden aflikken. We zeggen er niets van, want geef haar eens ongelijk.
Na de gezellige ochtend, waarin enkele van onze meiden opnieuw weer afscheid moeten nemen van té schattige, kleine kindjes, leert Alexander ons nog een laatste les. En eentje die – ondanks dat we inmiddels best wat hebben – gezien diepe indruk maakt. We bezoeken twee gezinnen. De situatie van het eerste gezin doet denken aan het Kerstverhaal van Jezus: een gezin met zeven kinderen leeft half in een huis ter grote van een postzegeltje, half in een stal met paarden. Een van de dochters van 15 laat haar onlangs geboren tweede kindje zien die letterlijk tussen de paarden ter wereld is gekomen. We lopen door het keukentje, zien de donkere nauwe woon-/slaapkamer en worden omringd door zwermen vliegen. Heel confronterend voor de groep wanneer je beseft in welke situatie wij leven als 16- en 17-jarigen en hoe hier een leeftijdsgenoot in diezelfde wereld óver-leeft.
Het tweede bezoek is nog droeviger. We belanden in een familiedrama. Twee meisjes – nog niet eens volwassen – hebben gruwelijke dingen meegemaakt. Mirko zegt dat ze, na de vreselijke gebeurtenissen, nu na een jaar eindelijk weer wat praten. Het enige wat ik kan bedenken is: een kind hoort niet op te groeien in een wereld zonder ouders..
Na een vrije middag volgt de finale van deze week. De climax. De hele reis begint nu meer op een sprookje, een soort van mythe of bijzonder fictief verhaal te lijken. Alsof het door Walt Disney is geschreven. En, zoals het bij Amerikaanse films hoort, loopt het goed af. We zijn getuigen van de kerkelijke inzegening van het huwelijk tussen Aleksandar en Danijela. Maar let op: midden op de Donau in een ronddobberend bootje, bij ondergaande zon, langs de oude stad van Belgrado. Ondertussen klinkt ” How great is our God” uit de al lang opgeblazen speakers en spreekt Johan het selecte gezelschap toe in een eigen bedachte taal die het meest lijkt op Engels. Het is wederom moeilijk te omschrijven wat we nu weer beleven. Midden op de Donau, samenzang in drie talen, geleid door de duidelijk aanwezige Heilige Geest. Er wordt taart aangesneden, vuurwerk afgestoken en een wensballon nagekeken. De bruiloft is compleet. En het koppel Aleksandar en Danijela genieten zichtbaar. Het enorm aantal genomen foto’s tot zover, wordt vanavond nog eens verdubbeld. Want de setting, de heldere hemel en het gezelschap vragen om foto’s.
Na het ontbijt beleef ik nog even een Narcosmomentje (voor wie Netflix kijkt). Ik voel me een maffiabaas à la Pablo Escabor die op een overzichtelijk tafeltje in de hoek van het restaurant stapels flappen telt om zo het verblijf cash af te tikken en om voldoende projectgeld achter te laten. Na een kort maar heftig afscheid zit het er op. Ik zit inmiddels in het vliegtuig en denk aan de groep om mij heen.
Wat een parels, een soort van dreamteam. Of ook wel de twaalf discipelen anno 2017. We hebben een week gehad zonder enige frictie. Ik heb me geen moment leiding van een stel ietwat verwende tieners hoeven voelen. We hebben gelachen, gezongen – heel veel gezongen – we hebben gehuild, en vooral heel veel beleefd en geleerd van en over God. Ik wens iedereen toe dit op een goede manier, en ook met elkaar, te verwerken. Een geestelijke ervaring en een van vriendschap die voor altijd in mijn geheugen staat gegrift.